Een schuldeiser kan op twee manieren een schuld proberen te innen:
- Minnelijke invordering: een schuldeiser mag hier o.a. aanmaningsbrieven sturen, proberen een huisbezoek te doen of je contacteren via telefoon. Een schuldeiser doet dit niet altijd zelf. Hij kan zich ook laten vertegenwoordigen door een advocaat, een incassobureau, een gerechtsdeurwaarder… Bij een minnelijke invordering kan er geen beslag gelegd worden op je eigendom of je loon. In nogal wat contracten wordt wel een overdracht van inkomsten of schuldvorderingen afgedwongen. Lees meer…
- Gerechtelijke invordering: bij een gerechtelijke invordering is de schuldeiser naar de rechtbank gestapt. De rechter kan dan toestemming geven om beslag te laten leggen op je loon, je huis of andere bezittingen. Een gerechtsdeurwaarder zal dit beslag uitvoeren. In sommige gevallen kan een schuldeiser (zoals bijvoorbeeld de fiscus) overgaan tot een gerechtelijke invordering zonder een vonnis van de rechter. Lees meer...
Meestal probeert een schuldeiser eerst met een minnelijke invordering zijn geld te krijgen. Als hij er op die manier niet in slaagt, kiest hij voor een gerechtelijke invordering. Ook kan een schuldeiser bij een minnelijke invordering soms acties ondernemen die lijken op ‘dwangmaatregelen van gerechtelijke invordering’ (bijvoorbeeld een loonoverdracht).
